Uitspraak

Een spraakprobleem wordt ook wel uitspraakstoornis of articulatiestoornis genoemd. Door problemen met het verwerven van klanken kan een kind zich niet goed verstaanbaar maken. Dit gaat soms samen met een taalontwikkelingsstoornis. Het gevolg is dat een kind zich niet goed kan duidelijk maken. Dit leidt vaak tot frustratie bij kinderen.

Volgorde van verwerven
Kinderen leren de stem te gebruiken vanaf de geboorte. Het brabbelen van baby’s is een vorm van oefenen van klanken en testen hoe de omgeving hierop reageert. Omdat dit vanzelf gaat, noemen we dit het ‘verwerven’ van klanken. In deze verwerving zit een volgorde, die per kind iets verschilt, maar wel grotendeels op hetzelfde neerkomt.

Er zijn klanken die als eerste verworven worden en andere pas later. Een kind leert bijvoorbeeld eerder de /m/ van ‘mama’, dan de /r/ in ‘rood’. Deze laatste klank is moeilijker en kan zes jaar pas verworven zijn.

Clusters van klanken, zoals /sp/ in spin, zijn ook moeilijker. Een kind hoeft clusters pas te kunnen uitspreken wanneer het vier jaar is. Normaal gesproken gaat de verwerving vanzelf. Maar soms kan logopedie hierbij helpen.

Oorzaken

Wanneer een kind problemen heeft met uitspraak van klanken kan de oorzaak motorisch of fonologisch zijn. 

Motorisch
Een motorisch probleem kan bijvoorbeeld zijn het slissen. De tong komt hierbij naar voren bij het spreken. Een kind weet mogelijk niet weet hoe de mond en de tong bewogen moeten worden bij de klank /s/, of vergeet dit als het druk is met vertellen. Tijdens het eten en drinken is het mogelijk dat de tong naar voren komt bij het slikken. Tijdens het tv-kijken zie je soms een open mond. Zie hiervoor ook mondmotoriek.

Fonologisch
De oorzaak van articulatie of spraakproblemen heeft vaak te maken met een verkeerde waarneming van klanken. Hoort uw kind bijvoorbeeld het verschil tussen “vuur” en “voer”? In dit geval is er een probleem met de fonologische ontwikkeling. Wanneer dit de oorzaak is gaan we eerst werken aan het kritisch luisteren, de fonologische ontwikkeling, die later ook voor lezen nodig is. Een kind dat buisjes heeft gehad, of problemen heeft met het gehoor (bijvoorbeeld door een langdurige middenoorontsteking) kan ook een achterstand opgelopen hebben in de fonologische ontwikkeling. 

Gevolgen

Een kind dat zich niet duidelijk kan maken raakt soms gefrustreerd. Dit kan zich uiten in teruggetrokken gedrag, zoals minder te praten, non-verbaal gedrag (schoppen, slaan, bijten)  of luidruchtig gedrag (gillen of schreeuwen). Globaal gezegd zou een kind van 4 jaar zou ongeveer voor 75% verstaanbaar moeten zijn voor derden¹.

Een kind dat geen hulp heeft gekregen bij uitspraakproblemen heeft grote kans op problemen met het leren lezen. De hiervoor genoemde fonologische ontwikkeling vormt namelijk de basis voor het herkennen van klanken in Groep 2 en later het leren lezen van letters en woorden in Groep 3.  

Wanneer logopedie ?

Wanneer u twijfels heeft over de spraakontwikkeling van uw kind, kunt u dit vrijblijvend laten onderzoeken. U kunt dan een beeld krijgen van de ontwikkeling van uw kind en hulp waar dit nodig is.

Bronvermelding
¹ Goorhuis-Brouwer, S. (2007). Gereviseerde minimum spreeknormen (g-ms). VHZ Van horen zeggen, 48, 14-17.

Chat openen
Kan ik je helpen?
Hoi,
Waarmee kan ik je helpen?